Op 11 mei 2021 werd in het Haagse perscentrum Nieuwspoort het Deltaplan Noordelijk Nederland gepresenteerd. Over hoe het Noorden economisch aantrekkelijker kan worden en hoe het kan helpen Nederland te laten groeien. De Lelylijn vormt het fundament onder de ambitieuze plannen.

Normaal gesproken komen de drie noordelijke provincies een keer per jaar samen in Den Haag, deze keer was Flevoland er ook bij. De afgelopen tijd hebben Drenthe, Friesland, Groningen én Flevoland elkaar gevonden in een gezamenlijke ambitie om hun provincies nieuwe sociaaleconomische perspectieven te geven en een oplossing te bieden van een aantal landelijke uitdagingen. En zodoende was er een enthousiaste delegatie van de vier noordelijke provincies present in de hofstad om aldaar hun plannen te presenteren.

Volgens de Friese Commissaris van de Koning, Arno Brok, is het belangrijk dat dit evenement in Nieuwspoort in Den Haag plaatsvindt. Hij refereerde aan een onlangs verschenen rapport van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) dat kritisch was over de interbestuurlijke verhoudingen in ons land. “In Den Haag is men toch wel heel erg met zichzelf bezig en realiseert men zich niet altijd dat aan de randen van onze stadsstaat, de randen van ons land, heel veel boeiende dingen gebeuren.”

Volgens Brok bevat het Deltaplan bouwstenen die ingemetseld moeten worden om op een duurzame manier economisch, ruimtelijk en in termen van bereikbaarheid nieuw perspectief te geven aan noordelijk Nederland, ook in de Europese context.

Noordelijke eensgezindheid

Cees Bijl, gedeputeerde van de provincie Drenthe: “Het Deltaplan bevat de bouwstenen die Nederland verder kunnen helpen. Met datgene wat wij te bieden hebben in het Noorden kunnen we de economie van Nederland duurzaam laten groeien, daarnaast hebben we ruimte om extra woningen te laten bouwen maar daarvoor moeten de verbindingen naar andere leden van het land wel verbeteren.” Om de plannen daadwerkelijk duurzaam te laten zijn noemde Bijl circulair bouwen als voorwaarde.

Het buitengebied moet bij dit alles wel de kenmerken houden die het nu zo aantrekkelijk maakt. Het plan inclusief de woningbouwambitie houdt niet in dat het platteland ineens wordt volgebouwd, zo werd herhaaldelijk benadrukt door de verschillende sprekers die acte de présence gaven.

Bijl gaf aan dat de kracht van het Deltaplan hem zit in het samenhangende pakket dat het vertegenwoordigt. “In Drenthe willen we heel graag de Nedersaksenlijn, maar die moet weer in samenhang worden gezien met een betere verbinding met het westen van het land.”

Zijn collega uit de provincie Flevoland, Jan de Reus, stak niet als enige de loftrompet over het CDA-Kamerlid Mustafa Amhaouch. “De aanleiding dat ik hier sta is de motie Amhaouch [over het Deltaplan] die nadrukkelijk de drie noordelijke provincies én Flevoland omvat. Als Flevoland zijn we heel centraal gelegen, we vormen een verbindende factor met de westelijke provincies en daarom is het heel logisch is dat we bij het Noorden zijn aangehaakt.”

De Reus noemde de Hanzelijn als belangrijke route richting Overijssel en Drenthe waar versnelling en verbeteringen aan het spoor moeten plaatsvinden, en gaf aan dat de witte vlek die nu nog op de spoorkaart te zien is de komende jaren toch eens nodig weggewerkt moet worden in de vorm van de aanleg van de Lelylijn. “Wat we willen met z'n vieren is het versterken van de economie van de noordelijke provincies. We hebben met onze vier provincies nogal wat bij te dragen, maar dan moet die bereikbaarheid wel in orde worden gemaakt.”

Bijl: "De druk op de woningmarkt is heel goed voelbaar, ook in het Noorden. Ook bij ons komen starters moeilijk aan een woning. Dit probleem reikt dus verder dan de Randstad en moeten we dus ook met z'n allen oplossen." De coronapandemie heeft ons volgens Bijl geleerd dat we meer thuis kunnen werken en dat een grotere afstand tussen woon- en werkplaats geen belemmering meer hoeft te zijn. Het Noorden biedt hier een oplossing. Tegelijkertijd bied je de economie in het Noorden de kans te groeien en meer banen te creëren.

Goede ov-verbindingen zijn essentieel, aldus Bijl, omdat de trein ook nog eens de mogelijkheid biedt om te werken tijdens het reizen. Volgens zijn Flevolandse collega moet er worden ingezet op een tweezijdige ontsluiting, dan is het Noorden altijd bereikbaar – ook als er een storing is. Nu zijn er op het huidige spoor een paar bottlenecks die nogal eens problemen opleveren.

Slimme verbindingen

Groningen is de tweede ICT-stad van Nederland, de stad waar na Amsterdam de meeste start-ups zijn, zo begon de Groningse gedeputeerde Fleur Gräper haar verhaal. "Voor de ontwikkeling van Nederland is het enorm belangrijk dat we economische kernzones op een goede manier met elkaar verbinden." Als voorbeelden haalde ze het belang van een goede verbindingen tussen Groningen-Brainport Eindhoven en met de Randstad aan, en legde ze de nadruk op de verbindingen in de regio , bijvoorbeeld tussen het chemische cluster Emmen en het chemische cluster Groningen.

Haar Friese collega Avine Fokkens sprak uit dat de bestuurders in het Noorden wel eens wat prominenter mogen zijn in het uiten van hun gezamenlijke ambities, ze hebben immers ook heel veel te bieden. “Daarom ben ik ook zo blij met de bouwstenen zoals we die hebben neergelegd in het Deltaplan." Met de Lelylijn creëer je volgens Fokkens een tweede toegangspoort naar het Noorden. Tegelijkertijd is het ook een toegangspoort tot Duitsland en Scandinavië, daar zit ook ontzettend veel potentie in, zo stelt ze. Dat past ook in de Europese ambities om een forse CO2-reductie te realiseren, mensen in een vliegtuig te laten stappen voor vluchten van 700 kilometer is niet meer van deze tijd – aldus Fokkens. “Als je mensen voortaan per trein van Amsterdam naar Bremen of Kopenhagen laat reizen doet dat veel voor de CO2-reductie.”

Wat betreft de bouw van huizen merkte Gräper op dat het in dit Deltaplan niet alleen over huizenbouw gaat, maar ook over hoe je die huizen bouwt en waar. Het is zéker niet de bedoeling om van het Noorden een tweede Randstad te maken, aldus Gräper. “Als je wilt voorkomen dat je heel het platteland volbouwt moet je het wel een beetje slim aanpakken. Het spoor is niet voor niets de basis van het plan – met ontwikkelingen langs de spoor kun je compact bouwen. Dat doen we meteen circulair en klimaatadaptief, innovatief bouwen dus. Die mogelijkheden biedt deze agenda, waardoor je het karakteristieke buitengebied open houdt met al die mooie middeleeuwse kerken op de wierden en de terpen.”

Op de vraag wat er zoal bij komt kijken om meer mensen naar Friesland te trekken gaf Avine Fokkens aan dat daar helemaal niet zoveel voor nodig is, behalve een betere bereikbaarheid. "In gebieden die goed bereikbaar zijn ontstaat vanzelf reuring. Veel mensen die Friesland bezoeken zeggen: ‘goh, wat is het hier toch mooi’, maar helaas zijn er ook groepen mensen die Friesland en het Noorden noodgedwongen moeten verlaten vanwege het gebrek aan werkgelegenheid.” Meer reuring en meer mensen dus, nodig voor de leefbaarheid, aldus Fokkens, maar wel met behoudt van identiteit en landschap.

Waarom wordt de woningbouwopgave die de vier provincies hebben zo nadrukkelijk gekoppeld aan openbaar vervoer? Gräper weet het antwoord wel: “Als je inzet op woningbouw moet je ook nadenken hoe mensen zich bewegen. Openbaar vervoer neemt veel minder ruimte in dan auto's, en in binnenstedelijke gebieden is de auto eigenlijk heel erg onhandig. Dus moeten we het nu slim organiseren, met openbaar vervoer dat kwalitatief goed genoeg is om écht een alternatief voor de auto te bieden.”

Fijnmazig netwerk

Wim van de Camp, voormalig Europarlementariër en nu ambassadeur voor het European Year of the Rail was ook aanwezig tijdens de bijeenkomst. "80% van mijn tijd gaat op dit moment op aan het promoten van het Europese spoorwegnet, en het inventariseren van de knelpunten, de technische en de bestuurlijke problemen." Hij houdt zich ook bezig met wat hij in navolging van Stientje van Veldhoven grensontkennend vervoer noemt. Het moet volgens hem net zo makkelijk worden om van Groningen naar Bremen te reizen als van Amsterdam naar Leeuwarden. De Wunderline heeft hierbij nadrukkelijk de aandacht van Van de Camp, die ook stilstond bij het goederenvervoer dat volgens hem een belangrijke bijdrage kan leveren aan de CO2-reductie.

Ben Woldring, de bekendste internetondernemer van het Noorden, haalde de analogie met de internetverbindingen aan. “Er liggen overal glasvezelverbindingen, er is een fijnmazig netwerk aangelegd. Daar maken we allemaal dankbaar gebruik van, daardoor kunnen er nu qua werken dingen die twintig of dertig jaar geleden voor onmogelijk werden gehouden.” Hij vertaalt dat glasvezelnetwerk naar de infrastructuur om van A naar B te reizen. In het Noorden is het prachtig wonen in een gezond leefklimaat, maar je hebt wel een goede ontsluiting nodig. Een basisvoorwaarde, aldus Woldring. "Er zijn mensen die zeggen: het is hier lekker rustig, dat moeten we behouden, maar je hebt ook dorpen waar de leefbaarheid echt aandacht verdient. Als je daar nu geen actie onderneemt, wordt het straks allemaal minder." Woldring riep de toehoorders op om vooruit te denken naar 2040, 2050. Wat moet je nu voor acties ondernemen om in de toekomst snel verbonden te zijn? "Je moet nu een aantal zaken samen bezien: de Lelylijn, combineren met de Wunderline – dan heb je de Randstad in één keer via het Noorden ontsloten met het enorme achterland in Duitsland. Dan is Groningen ineens niet meer het eindpunt, maar het middelpunt tussen twee metropoolregio's." Woldring houdt ervan om op Google Maps af en toe eens uit te zoomen, “dan zie je dat die landsgrens maar betrekkelijk is en dat het in feite om één groot gebied gaat”.

Van de Camp: "We hebben in Europa de zogenaamde Ten-T-corridors, dat zijn de grote transportlijnen die we door onze continent getrokken hebben." Woldring: "Zeg maar de glasvezel voor treinen." Van de Camp vindt die vergelijking een hele mooie. “Internet is immers ook een grensontkennende tak, je kan met iedereen waar dan ook mailen”, aldus Van de Camp. Twee van de Ten-T-corridors beginnen in Nederland, eentje in Amsterdam die naar de Baltische Staten gaat, de ander die van Rotterdam naar Genua loopt. Nederland moet volgens Van de Camp zijn verantwoordelijkheid nemen en het onderliggende netwerk versterken. Dat betekent volgens hem bestaande infrastructuur verbeteren en hier en daar een ontbrekend stuk zoals de Lelylijn in orde maken. Van de Camp kwam met een compliment voor de noordelijke lobby, die ook in Brussel regelmatig aan de poort rammelt, maar hij zou het als mooi vinden als er meer snelheid in de plannen van het Noorden komt.

Woldring had nog een nieuwtje. Vanuit de Rijksuniversiteit Groningen heeft Jouke de Vries, voorzitter van het College van Bestuur, hem laten weten dat de universiteiten van Hamburg, Bremen en Oldenburg staan te trappelen om mee te doen aan de plannen van het doortrekken van die snelle verbinding. Volgens Woldring een krachtig signaal vanuit de wetenschap dat er behoefte is om die Noord-Duitse steden en (Noord-) Nederland allemaal met elkaar te verbinden. Woldring had ook nog een opmerking over de noodzaak voor meerdere verbindingen met de Randstad dan alleen de huidige via Zwolle, daarmee ben je volgens hem veel te kwetsbaar. "Je moet denken in termen van back-up verbindingen, je zal geen ondernemer spreken die op slechts één internetverbinding zijn bedrijf runt."

De rol van bereikbaarheid werd door Van de Camp nadrukkelijk gekoppeld aan de arbeidsmarkt. “We gaan in Nederland naar enorme tekorten op de arbeidsmarkt. Om de ambities van het Noorden te realiseren is een hele goede arbeidsmarkt nodig – dat krijg je niet voor elkaar zonder goede OV-verbindingen.”

Dorpskroeg en voetbalclub

Myron Hamming, stadsdichter van Groningen, slaagde er middels een spoken word performance die op veel enthousiasme kon rekenen in om de gezamenlijke eigenschappen en eigenaardigheden – en in het verlengde ervan ook de gemeenschappelijke vraagstukken – van het Noorden in een bloemrijke voordracht te vatten.

Anne Kuik (CDA) en Habtamu de Hoop (PvdA) maakten in Nieuwspoort hun opwachting als twee noordelijke Tweede Kamerleden. Kuik is woonachtig in de stad Groningen, is geboren in Drenthe en heeft ook nog eens Friese roots. Ze kijkt uit naar de komst van de Lelylijn, omdat deze spoorverbinding de reistijd tussen de verschillende landsdelen flink terugbrengt.

Habtamu de Hoop, opgegroeid in het Friese Wommels, koestert de ruimte en de mooie plekken van het Friese platteland met de nabijheid van een Friese stad zoals Sneek. Hij denkt dat veel mensen dit wel zouden willen, maar maakte duidelijk dat “de afstand tussen veel werkgelegenheid en het Friese platteland momenteel veel te groot is – dus doen veel mensen het daarom toch maar niet.” Dat kan anders, vindt De Hoop.

Kuik hecht eraan dat we met een ruimere blik naar Nederland kijken. "De Randstad loopt echt tegen zijn grenzen aan, terwijl er kansen liggen in het Noorden. Ik vind het heel mooi dat deze vier provincies samen proactief aan de slag zijn gegaan, en met dit plan naar Den Haag komen – omdat het niet alleen om die vier provincies gaat maar om kansen voor heel Nederland."

De Hoop gunt het de volgende generaties om in het Noorden in een omgeving waar de leefbaarheid in orde is op te groeien. Hij wijst op de vergrijzing die in plattelandsgebieden om zich heen aan het grijpen is. De kansen moeten volgens hem worden vergroot. "Je ziet dat de sociaaleconomische situatie in het Noorden helaas gewoon minder is dan in de rest van het land, en dat heeft ook te maken met die bereikbaarheid. Als we die nou eens verbeteren en we ervoor zorgen dat onze kinderen in de toekomst ook kunnen genieten van het mooie Noorden én dat die leefbaarheid op peil blijft. Dat gaat over wonen, over bereikbaarheid, daardoor blijft de voetbalclub overeind en blijven de dorpskroegen open." Het veelomvattende vraagstuk waar het Deltaplan Noordelijk Nederland oplossingen voor aandraagt gaat wat De Hoop betreft vooral over de leefbaarheid van al die dorpen en steden in de betreffende provincies.

Anne Kuik hamert op de bereikbaarheid als een vereiste om de woningbouwambities van de grond te krijgen. “Mensen die een woning zoeken kijken vaak ook naar de bereikbaarheid, kom ik makkelijk met het ov naar het werk? Je moet de ambities die het Noorden heeft in samenhang met elkaar zien, dat maakt het Deltaplan ook zo sterk.”

De Hoop beklemtoonde wel dat we het in de plannen voor de woningbouw niet alleen moeten hebben over mensen die vanuit de rest van het land naar het Noorden komen, maar dat het beslist ook een oplossing vormt voor al die mensen in al die dorpen en steden die er nu niet in slagen aan een betaalbare woning te komen – met alle gevolgen van dien. “Je wilt gewoon dat jongeren een betaalbare woning in onze provincies kunnen vinden, dat ze hier blijven en dat we de leefbaarheid overeind houden.” Hier is de Lelylijn volgens het jongste Tweede Kamerlid ook een belangrijke oplossing voor.

Gezamenlijke opdracht

Anne Kuik vindt dat de noordelijke Kamerleden een gezamenlijke opdracht hebben om het Noorden in Den Haag op de kaart te zetten. De ambities zoals opgesteld in het Deltaplan Noordelijk Nederland kosten veel geld. Daarom was het voor Kuik ook een voorwaarde dat het niet iets is van één provincie maar dat het een breed draagvlaak heeft. In de meeste verkiezingsprogramma's was de Lelylijn opgenomen en daar begint het toch mee: is de wil er? Volgens De Hoop hebben de noordelijke provincies simpelweg recht op forse investeringen in het gebied, hij haalde nog even de gaswinning aan en het marginale percentage dat van de opbrengsten weer naar het Noorden is teruggevloeid.

Volgens De Hoop ligt er een opdracht om ervoor te zorgen dat het Noorden niet weer naast de kansen grijpt. De bescheidenheid mag er van hem wel van af. Je ziet dat dat nu aan het veranderen is, haakt Kuik aan. Het Deltaplan is volgens haar het levende bewijs van de proactieve houding die je nu bij alle partijen in Noord-Nederland ziet. Die gezamenlijke houding is essentieel om in Den Haag de aandacht voor het Noorden op te eisen die nodig is om de vele mooie woorden in daden om te zetten, zo kwam uit de bijdragen van de verschillende sprekers in Nieuwspoort naar voren.

De Friese commissaris Arno Brok overhandigde vervolgens de Bouwstenen voor het Deltaplan aan de beide noordelijke parlementariërs. "Jullie weten hoe bijzonder het Noorden is, jullie zijn er geworteld, opgegroeid en hebben er prachtig over verteld. Maar ik hoop ook dat jullie al die andere partijen in de Tweede Kamer naar de toekomst toe hierin verder mee weten te krijgen." Brok sprak zijn blijdschap uit over de eenheid van de vier provincies waarmee tot dit duidelijke verhaal is gekomen, en bood namens zijn collega's uit Flevoland, Drenthe en Groningen een exemplaar aan Annet Kuik en Habtamu de Hoop aan.

En die Lelylijn, wanneer ligt die er? Lego-bouwers Marco en Ernesto, bekend met bouwstenen en deelnemers aan het televisieprogramma Lego Masters, wisten van Lego al wél de Lelylijn te leggen. Eerst werden in sneltreinvaart huizen uit de grond gestampt, veel komt straks uit de 3D-printer, aldus het duo. De twee Lego-bouwers slaagden er inderdaad in binnen no time een nieuwe wijk te realiseren, maar zagen vervolgens dat er nog iets ontbrak: een snelle verbinding – inderdaad, de Lelylijn.

Nieuwsoverzicht