Op zondag 15 november was Peter Wennink, topman van chipmachinemaker ASML, te gast in het televisieprogramma Buitenhof. Ter sprake kwam de toekomst van Europa’s meest waardevolle techbedrijf in een veranderende geopolitieke wereld. Aan het einde van het gesprek ging het nog even over het Nationaal Groeifonds, bedoeld voor kennisontwikkeling, infrastructuur en innovatie. Een miljardenpot om de verdienkracht van Nederland aan te jagen. Toen Wennink werd gevraagd wat hij met het groeifonds zou doen antwoordde hij dat het “bestemd moet zijn om in oplossingen te denken, en niet in problemen.” Volgens Wennink is innovatie daarbij het sleutelwoord, hij noemde de energietransitie als een favoriete bestemming voor het groeifonds. Wennink zit daarnaast zelf in de commissie van deskundigen die de projectvoorstellen beoordeelt.

De Lelylijn, de geambieerde snelle spoorverbinding tussen Amsterdam en Groningen, voldoet aan de criteria om voor beoordeling door de commissie in aanmerking te komen, maar reikt verder dan dat. Noord-Nederland zet de komende decennia vol overtuiging in op de energietransitie, onder andere door zich te richten op de ontwikkeling van de waterstofeconomie. Volgens de Groninger burgemeester Koen Schuiling gaat die ontwikkeling hand in hand met (innoverend) onderzoek, onderwijs en een internationale arbeidsmarkt voor verschillende opleidingsniveaus. Kortom: een hoop kansen.

 

De Lelylijn vormt dé verbinding tussen verschillende bestaande en nieuw te ontwikkelen kennisclusters en kan zo een unieke synergie teweegbrengen. Door een verbetering van elkaars nabijheid wordt het mogelijk voor het bedrijfsleven en kennisinstellingen om intensievere samenwerking op te zoeken. Dit leidt vervolgens tot meer innovatiekracht en een weerbaardere economische structuur in Noord-Nederland. Tegelijkertijd biedt de Lelylijn daarmee een oplossing voor de toenemende sociaaleconomische verschillen in Nederland. In de noordelijke provincies krijgen gebieden die nu doorgaans als kansarm worden gezien een broodnodige impuls door verbeterde verbindingen met andere delen van het land. Hiermee koppelt de Lelylijn niet alleen de Randstad en het Noorden aan elkaar, maar vormt de spoorverbinding ook de toegangspoort tot een nieuw, nauw netwerk voor kennis en innovatie, alsmede duurzame sociaaleconomische kansen voor een heel landsdeel.

 

Zo bezien fungeert de Lelylijn als de aandrijfas voor de nieuwe Nederlandse economie, en kan het ook zelfs grensoverschrijdend richting Noord-Duitsland en Scandinavië een belangrijke bijdrage leveren, waar de energietransitie al een grote vlucht heeft genomen. Een intensieve samenwerking tussen de overheid, onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven kan van Noord-Nederland een internationale hub op het gebied van duurzame energie maken. Als die hub ook nog makkelijk bereikbaar is, dan wordt het Noorden interessant voor een arbeidsmarkt die veel verder strekt dan de eigen regio. Andersom geldt dat de Randstad in reistijd ook een stuk dichter bij de noordelijke provincies komt te liggen, die op hun beurt een aantrekkelijke alternatieve woonlocatie kunnen zijn voor de overvolle Randstad, gelegen binnen acceptabele reistijd voor woon- en werkverkeer in de westelijke helft van ons land.

 

Met gebundelde krachten zijn de mogelijkheden groot. De Lelylijn is een middel om die mogelijkheden te benutten. Mogelijkheden die voor het Noorden in allerlei opzichten een sociaaleconomische oppepper zullen vormen, maar die voor heel Nederland een aandrijvende kracht zullen zijn.

 

Een voorbeeld? Het vraagstuk rond het woningentekort. De komende tien jaar moeten er bijna een miljoen huizen worden bijgebouwd in Nederland. Groeikernen die aan de Lelylijn komen te liggen (Lelystad, Emmeloord, Heerenveen, Drachten) kunnen hier een belangrijke rol in spelen. Weliswaar op afstand gelegen van de Randstad, maar met een goede spoorverbinding in termen van reistijd om de hoek. Door de relatief lage grondprijzen kunnen bovendien woningen tegen aantrekkelijke prijzen in verschillende halteplaatsen gebouwd worden. Een flinke bijdrage aan een toekomstbestendige woningvoorraad. “We moeten bouwen aan ecosystemen,” sprak ASML-topman Wennink nog in Buitenhof. De Lelylijn vormt straks de levensader van zo’n ecosysteem. Een dynamisch en sociaaleconomisch concurrerend eco- en vervoerssysteem dat draait op groene energiebronnen en klaar is voor toekomstige generaties.

 

Ter afsluiting stellen SER Noord-Nederland, SER Brabant, SER Overijssel en SER Zeeland in een kakelvers adviesrapport dat een meer gelijke verdeling van de brede welvaart over regio's alleen maar mogelijk is als er in het beleid van het nieuwe kabinet ruimte is voor specifiek regionaal beleid. In het adviesrapport wordt gesteld dat goede verbindingen tussen de regio's en de Randstad cruciaal zijn om dit te realiseren. Het zal u niet verbazen dat de Lelylijn ook hier als specifiek voorbeeld wordt genoemd.

 

Alle columns