Interview met Rob van der Bijl, stedenbouwkundige en mobiliteitsexpert.

Ruimtelijke ordening en mobiliteit zijn twee vakgebieden die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Rob van der Bijl, stedenbouwkundige en momenteel verbonden als professor aan de Universiteit van Gent, houdt zich met beide disciplines bezig. Van der Bijl is groot voorstander van de Lelylijn, die hij overigens niet zozeer ziet als doel maar vooral als middel om Noord-Nederland nieuwe sociale en economische perspectieven te geven. In dit interview gaat hij dieper in op de grote meerwaarde die de realisatie van de Lelylijn volgens hem vertegenwoordigt.

 

Als u het in een paar zinnen zou moeten zeggen: Waarom is het aanleggen van de Lelylijn gewoon een goed idee?

Het is gewoon een goed idee omdat met de Lelylijn de nationale én regionale bereikbaarheid van het Noorden verbetert, maar vooral omdat binnen dat Noorden de regio’s rondom Emmeloord en om Drachten zo eindelijk dan toch op het spoorwegnet worden aangesloten. Zo wordt aan een belangrijke infrastructurele randvoorwaarde voldaan voor de sociaal-economische versterking van het Noorden. Ik zie niet in waarom Emmeloord en Drachten wel goed aan het autosnelwegnet van Nederland moeten liggen, maar dat dit qua spoor niet nodig zou zijn.

 

Het haalbaarheidsonderzoek toont aan dat de Lelylijn kostentechnisch uit kan. Hoe kijkt u, behalve de kosten, tegen de waarde aan die de Lelylijn vertegenwoordigt?

Natuurlijk moet worden gekeken naar de kosten. En dan niet alleen de aanlegkosten, maar ook de exploitatiekosten. De waarde van de Lelylijn hangt niet zozeer samen met de waarde van de ‘hardware’, maar met hoe men die harde infrastructuur gaat gebruiken. Het gebruik en de waarde daarvan zijn meervoudig, omdat over de lijn straks niet alleen nationale treinen gaan rijden (bijvoorbeeld van Leeuwarden via Utrecht naar Rotterdam), maar ook regionale treinen (bijvoorbeeld vanuit de richting Emmeloord via Heerenveen, Drachten, Leek en verder richting de stad Groningen en omstreken). Bovendien zou de lijn voor goederenvervoer (bijvoorbeeld van en naar Urk) een rol kunnen spelen.

De sterke focus op kosten vind ik misplaatst. De nadruk zou moet liggen bij de waarde van de verschillende diensten op het spoor en niet te vergeten aanpalende ruimtelijke, economische, sociale en milieu-gerelateerde effecten en baten.

 

Onlangs verscheen het boek ‘Een klein land met verre uithoeken’ van Floor Milikowski, waarin ze de tegenstellingen in Nederland blootlegt als het gaat om de kloof tussen kansarm en kansrijk en tussen centrum en periferie. Ze heeft het in het boek over het grote belang van netwerken en verbindingen. Spijker op de kop?

Inderdaad, spijker op de kop! Kijk, ik ben geen railfreak ofzo, maar wel een onderzoeker, onderwijzer, adviseur en ontwerper die zich heel bewust is van het maatschappelijk belang van publieke voorzieningen. Ik beschouw dus de Lelylijn als een publieke voorziening, net als ziekenhuizen, scholen, bibliotheken, sportaccommodaties, enzovoorts. Het is heel goed dat Floor Milikowski oog heeft voor het belang van netwerken en verbindingen voor perifere gebieden. Zelf steun ik sterk op het werk van de Franse geograaf Christophe Guilluy die enkele jaren geleden een boek gepubliceerd heeft over de economische verliezers in de periferieën van Frankrijk. Overigens is vorig jaar zijn boek in Engelse vertaling verschenen, onder de titel ‘Twilights of the Elites’. Guilly toont overtuigend aan dat in Frankrijk al het gebied buiten de grotere en succesvolle steden (Parijs, Lyon, Bordeaux, etc.) minder wordt gewaardeerd door de regering in Parijs. En dat daarom minder wordt geïnvesteerd  in deze nationale periferie. Dan gaat het niet alleen om platteland maar ook om al die steden in dat buitengebied. Nederland is qua oppervlakte kleiner dan Frankrijk, maar kent een vergelijkbaar maatschappelijk-territoriaal probleem. Als ik op de schouders van Guilly ga staan zie ik een duidelijke tegenstelling tussen investeringen in publieke voorzieningen en infrastructuur in het verstedelijkte westen van Nederland, met zo’n 6 miljoen inwoners,  en alles daar buiten, met bijvoorbeeld Emmeloord en Drachten in het noorden en vergelijkbare plaatsen in het oosten en zuiden. In deze grote periferie leven maar liefst ruim 11 miljoen mensen. De ongelijkheid tussen die 6 en 11 miljoen moet de komende jaren echt teruggedrongen worden. Het zou daarom goed zijn als het werk van Guilly en Milikowski meer in de belangstelling komt te staan.

 

Volgens de regering moeten er tussen 2020 en 2030 in totaal 845.000 woningen worden gebouwd. Kan het Noorden hier volgens u een rol in spelen en zou de Lelylijn dan niet een geweldig hulpmiddel zijn?

Zo eenvoudig ligt dat niet. Waar woningen gebouwd moeten worden hangt sterk samen de ruimtelijke spreiding en concentratie van werkgelegenheid en voorzieningen. Daarbij is het van belang de omvang van mobiliteit te minimaliseren. Het is daarom geen goed idee om woningen die in de stad thuishoren (bijvoorbeeld in de steden Amsterdam en Groningen) verderop in de regio te bouwen. Dat leidt tot nodeloos veel verkeer.  Ik kan me voorstellen dat als het Noorden zich de komende jaren weet te versterken dat dan woningbouw noodzakelijk wordt op plekken die we nu nog niet voor ogen hebben. Ook zou het kunnen zijn dat binnen het stedelijk gebied van het Westen onverhoopt toch onvoldoende gebouwd wordt en dat verder weg gelegen woonlocaties onvermijdelijk blijken. Ja, als dat soort dingen gebeuren zal woningbouw in de buurt van al dan niet nieuwe stations noodzakelijk zijn. En ja, dan zou de Lelylijn uitkomst kunnen bieden. Maar ik vind dit niet het sterkste argument.

 

Er is momenteel discussie of er moet worden ingezet op versnellen van het huidige spoor (Zwolle-Meppel-Hoogeveen-Assen-Groningen) of op de aanleg van de Lelylijn. Hoe kijkt u hier tegenaan?

Dat is een schijntegenstelling. Ik ben erg voor versnellen van het huidige spoor. Dat had al veel eerder gemoeten en gekund. Maar zoals ik net al zei, de functie van de Lelylijn is toch vooral ook om het regionale netwerk in het Noorden te versterken en tegelijkertijd een plaats als Emmeloord en zijn regio aan te haken op het nationale spoorwegnet. Voor deze dubbele functie van de Lelylijn, nog afgezien van algehele verruiming van de spoorwegcapaciteit en betere bediening van goederenvervoer per trein, biedt een versneld bestaand spoor geen enkele oplossing. Nogmaals, het is een schijntegenstelling. Ik hoop niet dat met kosten-batenanalysis (hoe noodzakelijk ze ook moge zijn) straks appels met peren worden vergeleken.

 

Vormt de Lelylijn ook niet een mooie schakel binnen de verbinding tussen Nederland en Noord-Duitsland? (Denk aan steden als Oldenburg, Bremen en Hamburg en wellicht nog verder). Hoe kijkt u tegen deze internationale benadering aan?

Voorlopig hebben we onze handen vol om de verbinding tussen Groningen en Bremen goed voor elkaar te krijgen. Maar als ooit het internationale treinverkeer richting Duitsland verder uitgebouwd zou worden, dan kan ik me niet voorstellen dat we genoeg hebben aan de oude spoorlijn van Groningen naar Zwolle.

 

Welke rol zou de Tweede Kamer de komende jaren volgens u moeten spelen om de Lelylijn te realiseren?

Die moet uiteindelijk natuurlijk groen licht geven. Maar ik vind eerlijk gezegd de vraag prematuur. Eerst moeten de noordelijke provincies, samen met de belangrijkste gemeenten, een gedegen en door alle partijen gedragen voorstel doen. Dus eerst huiswerk maken en dan er mee naar de meester in Den Haag.

Wel moet me van het hart dat de Tweede Kamer meer dan tot nu toe gaat inzien dat er in ons land geïnvesteerd moet worden. En zich niet blind staren op kosten zonder besef van de omvattende waarden die ontstaan door investeringen. Een goed voorstel voor de Lelylijn brengt hen dat hopelijk aan het verstand. Dat zou ook voor de rest van Nederland winst zijn.

 

Reizen we in 2030 met de Lelylijn van Randstad naar het Noorden en andersom?

Over 10 jaar? Dat zou heel gauw zijn. Maar het zal er ooit wel van komen. En dan hoop ik dat de Lelylijn niet alleen een verbinding met de Randstad is, maar vooral ook werkt als onderdeel van regionale netwerken in het Noorden. 

 

 

Nieuwsoverzicht